Bladzijde 26, zin 1: “De man met wie ze had afgesproken kende ze al, hij had geen bezwaren gemaakt toen ze hem had gewaarschuwd dat ze haar bril niet mocht afzetten, overigens nog voor de oogarts haar dat had geboden, hij had het zelfs leuk gevonden, dat was weer eens wat nieuws.”
Dit boek las ik al eerder en ik denk dat ik het nog wel vaker zal lezen, ondanks dat het helemaal geen fijn boek is. Het is niet leuk om te lezen, eerder zelfs beklemmend. Maar het concept is buitengewoon interessant én het boek is goed geschreven.
Waar gaat De stad der blinden over?
In De stad der blinden raakt de gehele bevolking van een stad van het één op andere moment blind. Niet allemaal tegelijk, de blindheid lijkt zich als een virus te verspreiden. De witte ziekte wordt het genoemd, omdat de blinden een verzengend wit zien. Omdat niemand weet hoe dit te stoppen plaatst de overheid de blinden en de vermoedelijk besmetten in quarantaine. Eerst zijn ze met weinig, maar al snel zijn ze met tientallen blinden opgesloten. En ja, wat gebeurt er dan? Wat zou je zelf doen? Hoe zou jij reageren?
Onder de blinden is één ziende, de vrouw van de oogarts, om redenen die niemand kent is zij niet blind geworden. Maar ze heeft zich wel samen met haar blinde man in quarantaine laten plaatsen. Door haar ogen zien we wat er gebeurt. We zien hoe de blinden omgaan met hun plotselinge blindheid, met de honger, de angst en de wanhoop. De vrouw van de oogarts probeert zo goed en kwaad als het gaat te helpen en wordt het middelpunt en de redding van een klein groepje op haar aangewezenen.
Wat vind ik ervan?
De vrouw van de oogarts staat centraal in dit verhaal, maar het verhaal wordt verteld door een onzichtbare derde, die steeds bij het groepje is en de vrouw overal volgt. Dat maakt dat je het gevoel hebt naar een film of documentaire te kijken. Heel prettig in dit geval.
Komma’s en hoofdletters
Saramago heeft een heel typische stijl van schrijven, waar ik in het begin echt even aan moest wennen. Waar een ander bij een dialoog gebruik maakt van aanhalingstekens, bedient hij zich uitsluitend van komma’s en hoofdletters. Dit levert soms hele lange en verwarrende zinnen op, maar sinds ik er aan gewend ben vind ik het prachtig, het maakt de dialogen levensecht. Een voorbeeld van zo’n dialoog tussen de oogarts en de eerste blinde (bladzijde 16):
“De dokter vroeg, Heeft u dat ooit eerder gehad, ik bedoel, dit hier, of iets soortgelijks, Nee, dokter, nog nooit, ik draag niet eens een bril, En het gebeurde ineens, zei u, Ja, dokter, Alsof het licht uitging, Eerder alsof het licht aanging, Heeft u de afgelopen dagen iets vreemd aan uw ogen gemerkt, Nee, dokter, Zijn er of zijn er blinden geweest in uw familie, Voorzover ik weet niet, Heeft u suikerziekte, Nee, Syfilis, Nee, Hoge bloeddruk in de aders of hersenen, In de hersenen weet ik niet, de rest in ieder geval niet, op mijn werk worden we regelmatig gekeurd, Heeft u vandaag of gisteren een harde klap op uw hoofd gehad, Nee, Hoe oud bent u, Achtendertig, Goed, dan zullen we uw ogen maar eens bekijken.”
Geen namen
Ook apart is in dit boek is dat de hoofdpersonen geen namen hebben maar worden aangeduid met hun beroep of een kenmerk. Zoals de vrouw van de oogarts, de oogarts, de eerste blinde, de vrouw van de eerste blinde, het meisje met de zonnebril, het schele jongetje en de hond met de tranen. Het maakt het verhaal objectiever, meer documentaire-achtig.
Aanrader!
Kortom een aanrader dit boek, vanwege het concept én vanwege de mooie zinnen. Een boek dat je aan het denken zet.
De stad der blinden (Ensaio sobre a Cergueira)
José Saramago
Meulenhoff, 1998
Boek 6/53 #boekperweek