Bladzijde 26, zin 1: “Zijn vader, die vanuit Haïti naar New York was geëmigreerd, was gestorven toen JB drie was, en hoewel hij graag mocht denken dat hij zich zijn gezicht kon herinneren – vriendelijk en zachtmoedig, met een smal snorretje en wangen die rond werden als appeltjes wanneer hij glimlachte – zou hij nooit weten of hij alleen maar dácht dat hij het zich herinnerde, doordat hij was opgegroeid met de foto van zijn vader die op het nachtkastje van zijn moeder stond, of dat hij dat werkelijk deed.”

Een klein leven is me al vaak getipt en stond daarom ook al een tijdje op mijn e-reader te wachten. Maar nu ik het gelezen heb, wou ik dat ik er eerder aan begonnen was: wat een prachtig verhaal!
door naar het vervolg van dit bericht